DOMINIQUE RAPPEZ & CATHERINE PLEYERS in H8x12
COSMOGONIE CONJUGALE II
18, 19 & 20 oktober 2019
VERNISSAGE:
vrijdag 18 oktober 2019: 18u - 21u
OPEN:
zaterdag & zondag: 14u - 19u
CATHERINE PLEYERS
La ligne, fixe ou en déploiement, génératrice de surfaces et de volumes, engendre dans ce travail un pavage de l’espace tantôt régulier tantôt plus aléatoire suite à certaines libertés prises par rapport au protocole de départ. Les libertés sont assumées afin d’introduire des bifurcations dans le processus de réalisation et de ce fait éviter que le résultat ne soit précisément trop protocolaire et mécanique. Le travail sur les nœuds est quant à lui plus intuitif et ne suit pas de règles précises. Il s’agit plutôt de laisser la ligne se courber et se tordre selon sa fantaisie pour créer une suite « d'espèces d’espaces » que le visiteur peut lui-même reconfigurer à sa guise.
De vaste of ontvouwde lijn, die het ontstaan geeft aan vlakken en volumes, betegelt in dit werk de ruimte op een manier die nu eens regelmatig en dan weer wat toevalliger is, afhankelijk van de genomen vrijheid ten aanzien van het startprotocol. Die vrijpostigheden zijn gewild om vertakkingen in het werkproces te verkrijgen en aldus te vermijden dat het resultaat al te mechanisch en – precies – protocollair wordt. Het werk op de knopen verloopt dan weer intuïtief en volgt geen precieze regels. Het komt erop aan dat de lijn buigt en kronkelt zoals ze er zin in heeft om een reeks “ruimten rondom” te scheppen die de bezoeker naar eigen goeddunken kan modelleren.
(Vertaling: Michel Kolenberg)
DOMINIQUE RAPPEZ
Penser la figure en tant que qualification de l’étendue et non en tant que frontière, limite du corps matériel. Qualité plutôt que quantité, toujours ensembles mais distinctes. La figure, secrète, se dérobe à la vue alors qu’elle la fonde.
En tant que peintre et plus encore en tant que dessinateur, on est toujours dans l’idéalité des images, images détachées des choses. Pour un sculpteur par contre, son rapport aux choses est indissociable de leur poids, de leur texture, de leur chaleur ou de leur froideur alors qu’un dessinateur n’en retient que sa figure indépendamment de toutes ses autres dimensions ; il est dans le monde flottant de la distance et de la mesure.
Denken over de figuur als kwalificatie van de uitgestrektheid en niet als grens, limiet van het materiële lichaam. Kwaliteit veeleer dan kwantiteit, altijd samengaand maar onderscheiden. De verholen figuur onttrekt zich aan het zicht dat er nochtans op berust.
Als schilder en nog meer als tekenaar verkeer je altijd in de idealiteit van de beelden, beelden die losgemaakt zijn van de dingen. Voor een beeldhouwer is zijn verhouding tot de dingen daarentegen onafscheidelijk verbonden met hun gewicht, textuur, warmte of koude, terwijl de tekenaar er alleen de figuur van overhoudt, los van alle andere dimensies; hij vertoeft in de zwevende wereld van afstand en maat.
(Vertaling: Michel Kolenberg)